Misverstanden omtrent het dieet, als onderdeel van de candida-therapie : |
|||||
Stromingen in de natuurgeneeskunde melden al enige tijd dat een gistvrij dieet geen positief effect op de behandeling van candidiasis heeft. Dat is een verbazingwekkende mededeling, want candida-overgroei is nu juist het gevolg van dysbalans in het intestinale gistingssysteem. Bij navraag wordt gesteld dat gist in de voeding van een heel andere signatuur is dan de candida albicans, dus deze gisten hebben niets met elkaar van doen en een gistvrij dieet zou dan ook een benadering zijn, waarvoor geen enkele ratio bestaat. Als men de tijd neemt om vakliteratuur door te spitten, dan vindt men veel recent regulier-wetenschappelijk onderzoek waaruit duidelijk blijkt dat saccharomyces cerevisiæ (= de bakkersgist) niet het mondiaal diëtair onschuldig micro-organisme is waarvoor het doorgaat [ref. 7]. Bakkersgist blijkt een veel taaiere rakker dan verondersteld; het heeft meerdere, niet alleen allergene, maar ook pathogene stammen in de familie. Onderzoek toont aan dat dit organisme in staat is om in gevriesdroogde staat, na acht jaar bewaard te zijn, nog steeds 'goede' (dus voor de gezondheid slechte) allergene eigenschappen te vertonen [ref. 8]. Bij verhitting op 42 graden Celsius blijken isolaten van bakkersgist te kunnen blijven leven en gewoon door te groeien en zelfs pseudo-hyfæ te kunnen vormen [ref. 9], welke regelrecht pathogene micro-organismen zijn. Door middel van stringent genetisch onderzoek was van tevoren vastgesteld dat het daadwerkelijk om bakkersgist ging en werd bepaald welke isolaten afkomstig waren van patiënten. Intraveneus toegediend aan laboratoriummuizen konden sommige van deze stammen van bakkersgist zich vermeerderen in de hersenen van muizen [ref. 10]. Terecht worden deze stammen virulent genoemd en deze virulentie blijkt dominant te zijn, hetgeen betekent dat bij voortplanting deze eigenschap erin blijft. En gisten planten zich snel voort [ref. 11]. Dus, hoe virulent was het zakje bakkersgist dat bij het oliebollenbeslag werd gebruikt? Of hoeft men zich hierover nog geen zorgen te maken? Wie het echt weet mag het zeggen. Er zijn diverse van deze stammen geïsoleerd, waarbij blijkt dat bij verhitting weliswaar de meeste stammen bakkersgist neerslaan (behalve dus de eerder genoemde virulente stammen), maar dat deze geprecipiteerde gist zijn allergene eigenschappen behoudt. Even buiten het strikte candida-gebeuren tredend, maar ter adstructie van het belang van gistvrije voeding: In een Schots onderzoek werden negentien patiënten met de ziekte van Crohn gedurende een maand op een bakkersgistvrij dieet gezet, waarna gekeken werd naar de invloed hiervan op de activiteit van de ziekte. Als controle werd gedurende eenzelfde tijdspanne aan dezelfde groep patiënten dagelijks bakkersgist in capsulevorm toegediend. Het resultaat laat zich gemakkelijk raden: er traden statistisch significante reacties op bij ingestie van het bakkersgist [ref. 12, 13, 14, 15]. Niet zo gek, als men weet dat in Amerikaans onderzoek werd aangetoond dat perifere lymfocyten, afkomstig uit het bloed van patiënten met de ziekte van Crohn, in vergelijking met lymfocyten van 'gezonde mensen', een drievoudige toename in proliferatiesnelheid vertonen indien deze lymfocyten worden geïncubeerd met bakkersgist [ref. 16]. En, als het aantal lymfocyten toeneemt, krijgt men ontstekingen en dus meer klachten.Toch wordt nog altijd maar geadviseerd om wittebrood te eten. Wij hebben trouwens nog nooit gehoord dat op de afdeling gastro-enterologie aan patiënten met de ziekte van Crohn het advies wordt gegeven om allergeenarm te eten (cynisch: er is toch prednison?). In dit kader is het ook interessant uit onderzoek te vernemen dat er kruisovergevoeligheid blijkt te bestaan tussen mannose (een plantaardige polysaccharide en 'begeleidende' stof van cellulose), moleculen van bakkersgist en... candida albicans! Bij patiënten met atopische dermatitis volgt een IgE-respons na provocatie met gisten; de sterkste respons treedt op bij provocatie met candida albicans en deze IgE-antilichamen tegen candida albicans reageren kruisgewijs met bakkersgist [ref. 17]. Hetzelfde fenomeen treedt op bij patiënten met de ziekte van Crohn: ook hier is een kruisreactie gaande. De verhoogde serum-antilichaam gehaltes van het systemische en het lokale immuunsysteem, te weten IgA, IgG en IgM, blijken zowel gericht te zijn tegen bakkersgist als tegen candida albicans [ref. 12, 18].
|
|||||
(Hoe
candida de weefsels binnendringt; |
|||||
©2005 Voedingswaar.nl |
||